Tunç Taşliyurt is o.a. psychotherapeut: ‘Ik werk zoveel omdat ik nódig ben’
Bij Stories huren niet enkel coaches een werkruimte; wij bieden ook plek aan therapeuten. Zo ook aan Tunç Taşliyurt, Psychotherapeut, Systeemtherapeut & AFT therapeut. Hij sprak met ons over zijn werk en passie voor het vak. “Ik voel me geroepen om te helpen.”
“In mijn werk als psychotherapeut ben ik gespecialiseerd in persoonlijkheidsstoornissen. Dat werk voer ik niet uit bij Stories; daar komt een heel ander soort patiënt, met minder complexe problematiek. Naast psychotherapeut ben ik ook gezins- en relatietherapeut en affectfobie-therapeut. Drie dagen per week heb ik mijn eigen praktijk waarbij ik een dag online werk, een dag op de Herengracht en een dag op het Emmaplein. Daar zie ik patiënten die door de huisarts zijn doorverwezen en die bij mij een behandeling komen volgen.
Op drie andere dagen werk ik als behandelcoördinator in het Penitentiaire Psychiatrische Centrum (PPC) van Justitioneel Complex Zaandam. In de gevangenis dus. Een onderdeel daarvan is werken met gedetineerden die ernstige psychiatrische problemen hebben, bijvoorbeeld die psychotisch en/of verslaafd zijn en die tevens een delict hebben gepleegd. Ik run daar een afdeling met 24 gedetineerden die onder mijn verantwoordelijkheid staan. Het is een mooie afwisseling van wat ik in mijn praktijk doe: in de PPC ga ik echt een andere wereld in.”
Opleiding tot psychotherapeut
“Ik heb niet altijd als psychotherapeut gewerkt. Daar gaat best een lange opleiding aan vooraf. In 2007 studeerde ik af in de klinische psychologie aan de Universiteit van Amsterdam. Ik heb vervolgens bij meerdere grote GGZ instellingen gewerkt en veel ervaring op gedaan in het doen van diagnostiek en psychologische behandelingen. Dat werk heb ik tot en met 2016 gedaan, waarna ik de opleiding tot psychotherapeut ben gaan volgen: een vierjarige studie die absoluut niet makkelijk is. In die sollicitatieprocedure zit je bijvoorbeeld tegenover vier of vijf doorgewinterde psychotherapeuten. Als jij je niet kwetsbaar op kunt stellen, zal je niet slagen. Het is een beroep waar je niet makkelijk in komt. Om überhaupt in aanmerking te komen, moet je eerst GZ-psycholoog worden. Je kunt als ‘normale’ psycholoog tegenwoordig niet zomaar meer solliciteren. Wat mij betreft een goede zaak, omdat je als GZ-psycholoog een stuk diagnostiek meekrijgt waar eerst tekort aan werd gedaan en die je echt nodig hebt in het vak.”
“In 2020 studeerde ik af na de vierjarige studie voor psychotherapeut en ben ik in instellingen gaan werken. Sinds november 2020 werk ik voor het Ministerie van Justitie, nu dus een jaar. Daarnaast heb ik sinds twee jaar mijn eigen praktijk, wat ik erbij wilde doen als verdieping. Mijn werk als gezins- en relatietherapeut en affectfobie-therapeut doe ik vooral bij Stories. Vooral het laatste onderwerp vind ik zeer interessant. Je moet het zo zien: je hebt mensen met externe fobieën voor spinnen of hoogtes, maar met een affectfobie heb je een interne fobie voor het laten zien van bepaalde gevoelens waar je naar verlangt en die noodzakelijk zijn. Je kwetsbaar opstellen lukt dan bijvoorbeeld niet. Dit is een vorm van fobie die vooral voorkomt bij cognitief sterke mensen die niet in contact zijn met hun gevoelens. Ze hebben gewoon werk en een sociaal leven, maar hun gevoelens uiten bij anderen lukt niet. Dit is geen bewust proces. Dat terwijl gevoel uiten juist heel belangrijk en noodzakelijk is.”
Gezins- en relatietherapeut
“Als gezins- en relatietherapeut behandel ik koppels die bijna uit elkaar gaan of die problemen hebben als stel. Relaties staan in deze periode, ook door corona, helaas onder grote druk. Mijn wachttijd is negen tot twaalf maanden. Ik neem op dit moment eigenlijk ook niemand aan; alleen in overleg of via, via. Anders is het niet te overzien en krijg ik dagelijks wel tot tien verwijsbrieven. Hoe dat komt? Omdat de zorg zeer overbelast is. Ik werk natuurlijk niet voor niets zes dagen!
Ik heb de ‘luxe’ om te kiezen, al moet ik eerlijk zeggen dat ik dat niet doe. Ik ga niet voor wat ik het leukste vind, maar kijk vooral waar de grootste lijdensdruk zit. Ook al vind ik een affectfobie misschien ‘leuker’ om te behandelen; als ik zie dat een koppel heel slecht gaat, dan heeft dat voor mij echt voorrang. Mensen met een affectfobie kunnen vaak wel wachten, die leven daar al heel lang mee waardoor het op korte termijn geen grote problemen oplevert om de behandeling nog even uit te stellen.”
Verdere loopbaan
“Per jaar bekijk ik of ik het werk wat ik doe nog leuk vind en hoe ik mijn loopbaan verder wil inrichten. Ik ga dit jaar meer dagen op de praktijk werken, maar als ik bijvoorbeeld besluit om te stoppen met de praktijk is dat ook een mogelijkheid: helaas is er in alle sectoren heel veel werk te verrichten. Voor nu vind ik de afwisseling van drie om drie dagen in de instelling en in de praktijk erg fijn. In de instelling werk ik met collega’s, in de praktijk werk ik alleen.
Waarom ik zoveel werk, is omdat ik nódig ben. Bijvoorbeeld bij het PPC: mijn baan daar is complex, spannend, misschien niet zo populair en soms zelfs gevaarlijk. Het vereist dan ook zoals ze het noemen ‘forensische scherpte’. Naast de gevaarlijke kant, heeft het ook een hele mooie kant. Ik vergeet nooit dat het gaat om gedetineerden die daar zitten vanwege ernstige delicten, maar toch denk ik dat iedereen fouten kan maken en een tweede kans verdient. Ik voel me ergens geroepen om hen te helpen, ben gepassioneerd voor mijn vak en probeer alles zo goed mogelijk te doen met een goed resultaat voor de patiënt. Zo hoop ik nog jaren mensen te kunnen helpen.”